Onderweg in Zuid Afrika , Swaziland en Mozambique
Door: Marja
Blijf op de hoogte en volg Marja & Paul
17 Maart 2010 | Mozambique, Maputo
Bij de back-packers kwamen we Jochem en Joyce uit Breda tegen waar we twee gezellige avonden mee hadden. We verkenden de mooie kust en maakten een boottocht over een rivier die vol met krokodillen en nijlpaarden zit. De krokodillen waren te druk met paren en lieten zich niet zien maar aan nijlpaarden geen gebrek. Terwijl we naar de dieren keken en luisteren vroegen we ons wel af waarom ze eigen nijlpaarden heten. Het geluid wat ze maken lijkt veel meer op dat van een koe en ze zijn nu ook niet bepaald aan de Nijl gebonden…
Voordat we naar Swaziland gingen maakten we nog een stop in Hluwehluwe waar een natuurpark is en de Big Five te zien is, als je geluk hebt. Zij breekt haar hoofd over deze grote vijf; de olifant, de neushoorn, de leeuw, de buffel en het luipaard. Het zijn niet de grootste vijf van alle wilde dieren want dan zouden de giraf en het nijlpaard ook mee moeten doen…Hij denkt eerst dat het de moeilijkst te spotten dieren zijn. Na ongeveer 2000 olifanten gezien te hebben lijkt dit ook een onwaarschijnlijke reden. De gevaarlijkste dan oppert hij maar de meeste ongelukken met ernstige of dodelijke afloop gebeuren met nijlpaarden…
Misschien moeten we het maar eens googelen. Hoe dan ook blijft het leuk om naar ze te kijken en we hopen dit keer het luipaard ook te zien. Omdat deze vooral met schemer te zien zijn staan we om vijf uur s’ochtends naast ons bed om richting park te gaan. Bij de entree gaat zij bij de receptie naar binnen en hij blijft met Wobbel op de parkeerplaats. Er komt enthousiast een Nederlander op hem af en vraagt hem of hij Paul heet. Als hij bevestigend antwoord vraagt de man of hij Alex ‘Smulders’ kent want daar krijgt hij de groeten van. Nu is Smulders alleen de naam van het bedrijf maar hij heeft natuurlijk gelijk door dat het om zijn beste maat gaat…
De wereld is soms toch wel heel erg klein!!!
Het vroege opstaan heeft ons helaas geen luipaarden opgeleverd en eigenlijk zagen we tot een uur of één in de middag sowieso bijna geen dieren. Daarna was het ineens erg druk met neushoorns en kwamen we er nog enkele tegen die het duidelijk helemaal niet op Wobbel hadden. Zodra we rustig aankwamen rijden sprongen ze op en namen een aanvalspositie aan. Toch best even spannend als zo’n grote hoorn je kant op wijst.
Onderweg lag er ook een leeuw langs de kant van de weg die er een beetje ziekelijk uitzag. We hadden de neiging om even over de buik te gaan kroelen maar reden toch maar door. Even later zag zij vlakbij ineens drie Cheetahs lopen. Ze remde en was zo perplex dat ze alleen met open mond kon wijzen naar de reden van de stop. De dieren werden opgejaagd door een paar wilde zwijnen die het net toen wij eraan kwamen voor gezien hielden. De Cheetah waren rustig voor onze neus op adem aan het komen. Later hoorde we bij “Daves place” waar we overnachtten, dat deze dieren zelden gezien worden dus we hadden echt heel erg geluk gehad.
De volgende dag beleven we op de camping vlak bij het park omdat Wobbel nogal startproblemen had. Hij ging aan het sleutelen en het bleek de dynamo te zijn waarvan we gelukkig een reserve bij ons hadden. Om even een proefrondje te maken en te tanken gingen we het park weer in omdat we toch een abonnement hadden. In het park stond onderweg een auto met pech en we stopten om te vragen of we konden helpen. Het waren 5 werknemers van het park die een stuk verderop in het behoorlijk grote park woonden.
De auto was duidelijk niet zo makkelijk te repareren en we boden aan om ze te slepen. In eerste instantie leken ze hier weinig voor te voelen wat we wel wat eigenaardig vonden. Uiteindelijk na wat doorvragen kregen we te horen dat we hen mochten slepen….
Na een paar kilometer kwam er een steile helling en Wobbel liet duidelijk merken niet blij te zijn met het gewicht achter zich. Na een paar pogingen gaven we het op aangezien we niet zelf met stukken wilde komen te staan. De auto werd aan de kant gezet en Wobbel volgeladen. We brachten de werkers naar hun huis wat een fantastisch plekje in het park was waar normaal geen gasten worden toegelaten. Een van de vrouw vroeg dankbaar of ze ons huis mocht poetsen.
Heel lief, maar het was al laat in de middag en we wilden nog even een tochtje door het park maken. Nog geen half uur later kregen we erg veel spijt van deze beslissing. We reden een ongeasfalteerde weg op en deze ging ineens heel stijl een berg op. We overlegden even of omdraaien niet beter was maar hij was er toch wel van overtuigd dat Wobbel het in de eerste versnelling moest kunnen. Vijf meter voor de top had Wobbel al zijn krachten verbruikt en gleden we terug. Vanwege de slechte weg, hadden de wielen geen grip en schoven we richting helling naast het pad. We beleefden een paar angstige momenten voordat we net op tijd stil stonden. Nu hadden wij er nog wel uit kunnen springen zonder als teveel klerenscheuren maar we waren bijna ons huisje kwijt geweest..
Daar stonden we dan schuin op het pad en we konden nergens meer naartoe. Terwijl hij zijn voet op de rem hield zocht zij haastig stenen om achter de wielen te leggen zodat Wobbel niet verder weg kon glijden. Vlak voor ons had een jeep met toeristen gereden en de chauffeur had gezien wat er gebeurd was. Deze kwam naar beneden lopen om te kijken. De Jeep was geen 4x4 en de chauffeur durfde het niet aan om ons een stukje omhoog te trekken. Het beltegoed van onze telefoon was op en niemand van de toeristen had een telefoon bij zich. De chauffeur verzekerde ons bij de uitgang door te zullen geven dat we daar stonden zodat er vast wel hulp zou komen.
We werden er door deze doortastende man nog even aan herinnerd dat we een boete zouden moeten betalen als we niet voor 19.00 uur het park uitwaren…
Het begon al te schemeren en de wegen zagen er verlaten uit. We probeerden niet teveel te denken aan alle wilde dieren die ergens rondliepen. Even later zagen we weer een Jeep met toeristen aankomen en we hadden hoop dat deze ons zou helpen. Voor de berg stopten de Jeep en was bezig te keren. Vlug rende zij naar beneden om te vragen of er misschien iemand met een telefoon was. Ze werd in eerste instantie een beetje glazig aangekeken en de moed zonk haar in de schoenen. De chauffeur kwam uiteindelijk traag in actie. Deze gids was van het park zelf en wist dat er 2 vrachtwagens in het park aanwezig waren. Met de walkietalkie werd de chef opgeroepen en de situatie uitgelegd. Van het park konden ze niks doen was het antwoord..De Jeep reed uiteindelijk wel omhoog de berg op wat een van de favoriete plekjes is voor toeristen om foto’s te maken. De chauffeur probeerde op ons aandringen nog een keer de chef te bellen maar helaas met hetzelfde resultaat. Ook kon de Jeep niet gebruikt worden om ons het kleine rukje te geven wat we nodig hadden om boven te komen. Hier was toestemming voor nodig en die werd niet gegeven. Na ongeveer 20 minuten kwam een van de toeristen op het briljante idee om ons een telefoon te geven zodat we zelf konden bellen met het personeel van het park. Hij kreeg een dame aan de telefoon die keer op keer uitlegde dat er niks gedaan kon worden. Hij gaf aan dat we voor de sleepkosten zouden betalen maar het antwoord bleef nee. Uiteindelijk werd er gevraagd waar we verbleven en werd ons toegezegd dat we teruggebeld zouden worden. Nogmaals werd er even gewezen op de boete die we zouden krijgen als we te laat bij de uitgang zouden zijn.
De groep toeristen vertrok en snel werd het donker. Voor de veiligheid gingen we in de auto zitten en hoopten dat we niet de nacht in het park doormoesten brengen, want de geluiden om ons heen gaven toch een beetje een onbehagelijk gevoel. Een kwartiertje later werden we teruggebeld dat we door iemand van “Dave’s place” opgehaald zouden worden. Hoe we Wobbel daar weg moesten krijgen wisten we nog steeds niet. We waren erg opgelucht toen we de lichten van het kleine autootje van Sean zagen aankomen. Met wat spullen voor de nacht lieten we Wobbel achter in het park. Sean bekeek het van de positieve kant en maakte nog een extra ommetje op zoek naar luipaarden.. Die zagen we niet maar wel een hele grote uil. Bij de uitgang werd er niet over een boete gesproken wat maar goed was want dan waren we waarschijnlijk allebei ontploft.
We kregen een gezellige kamer voor de nacht en met behulp van de humor van het personeel en twee leuke Nederlandse toeristen lukten het om weer wat te ontspannen. Het beeld van een Olifant die Wobbel over de helling zou duwen bleef af en toe wel door ons hoofd flitsten. De volgende ochtend werd er iemand met een sterke Jeep uit het dorp geregeld en hiermee reden we het park weer in. Tegelijk haalde we opgelucht adem toen we Wobbel ongedeerd zagen staan.
Met een klein rukje van de Jeep waren we in 2 minuten boven en het avontuur was weer verleden tijd. We waren wel teleurgesteld in het gebrek aan hulpvaardigheid van het parkpersoneel. In al de andere landen waar we doorheen gereisd zijn aarzelden mensen geen moment om hulp te bieden dus dit was een nieuwe ervaring voor ons.
Om even bij te komen en omdat het erg gezellig was bleven we nog maar een nachtje in Dave’s place.
De volgende dag waren we erg vroeg aan de grens van Swaziland. Een van de makkelijkste grensovergangen die we gehad hebben tot nu toe. Onze vergunning om in Zuid Afrika te zijn zou over 10 dagen aflopen. Het plan was om 10 dagen in Swaziland te blijven zodat we aan de grens een nieuwe vergunning zouden krijgen om naar het Krugerpark gaan. Nu is Swaziland een erg klein land en die eerste dag reden we al snel de plaatst voorbij die zij had uitgezocht voor de eerste overnachting. Dit kwam vooral omdat er geen plaatsnaambordjes stonden en bij navraag bleken we er allang voorbij te zijn. Dus nieuwe plek zoeken uit al onze gidsjes en stom genoeg gebeurde toen hetzelfde zodat we uiteindelijk dag één het halve land al door hadden gereden. Uiteindelijk stopten we bij de eerste de beste camping die we tegen kwamen. Het uitzicht was er schitterend maar verder was het niets bijzonders dus na een nacht hadden we het wel gezien. We reden naar Shewula in het noordoosten. Hier was een camping/lodge die door de lokale bevolking boven op een berg was gebouwd. Het was vrij primitief zonder elektriciteit wat eigenlijk erg verfrissend was na al die luxe. De personeelsleden waren erg vriendelijk en vertelde ons veel over Swaziland en hun dorp in het bijzonder. We bleven er 2 dagen en werden rondgeleid door het dorp waar we ook het plaatselijke maisbier voorgeschoteld kregen. Het is een heel uitgestrekt dorp en de gezinnen brouwen om de beurt maisbier. Wanneer het klaar is wordt de vlag gehesen en kan iedereen van ver zien waar ze moeten zijn. Er werd weinig engels gesproken en December,onze gids, leerde ons wat woordjes Swati. Het was een fijne ervaring en we voelden ons erg welkom. Voor vertrek kregen we tips mee van mooie plekjes, maar weer kwamen we verder uit dan de bedoeling was. Uiteindelijk belandde we in de schitterende Ezulwini vallei. De bergen om de vallei heen zijn prachtig en in de vallei zelf is van alles te doen. Er is nationaal park waar niet heel veel verschillende dieren lopen maar de natuur de moeite waard is. Met een clubje uit de backpackers gingen we een avond naar een optreden van een beroemde zanger uit Swaziland. Het optreden was erg leuk op een heel bijzondere plek. Het heet “the house on fire’ en is een van de meest aparte gebouwen die we ooit hebben gezien. Er zijn allemaal verschillende ruimtes met mozaïek en aparte kunstwerken overal zodat we onze ogen uit keken. Het was een poos geleden dat we uit geweest waren het was heerlijk om weer eens lekker te dansen.
De sfeer in Swaziland voelt erg goed en er lijkt nauwelijks criminaliteit te zijn. Na een paar dagen in deze vallei trokken we verder naar het noorden. We wilden naar Pigs Peak wat één van de mooiste plekjes van Swaziland schijnt te zijn. Het dorpje zelf was niet echt mooi te noemen, de omliggende beboste bergen echter wel. Er was geen camping te vinden en sinds lange tijd brachten we nacht gewoon in de natuur door. We genoten van de rust en de vele grote vlinders die om ons heen fladderden.
De grensovergang terug naar Zuid Afrika was dichtbij en we dachten dat ze ons wel een nieuwe vergunning zouden geven ook al was de oude nog twee dagen geldig..
Mis, de douanebeambte vertelde ons dat we hiervoor naar de immigratie dienst moesten en dat we het daar snel en makkelijk voor elkaar zouden krijgen. We wilden toch naar Nelspruit om onderdelen te halen. Daarnaast maakt Wobbel al een poosje een vreemd geluidje en dit wilden we laten nakijken bij een Mercedes garage. Nu weten we ondertussen wel dat snel en makkelijk in Afrika iets heel anders kan betekenen als bij ons, toch waren we niet helemaal voorbereid op het gedoe voor de vergunning. We moesten 2 brieven schrijven en ook behoorlijk veel geld betalen om een maand extra te krijgen. De dame van de immigratiedienst behandelde ons ook behoorlijk onvriendelijk waardoor we er helemaal de pest in hadden. Aangezien we toch al steeds aan het zigzaggen zijn besloten we ter plekke om dan maar eerst naar Mozambique te gaan in de hoop op een later tijdstip de grens over te kunnen naar Kruger. Het visum voor Mozambique krijgen ging wel erg vlot en makkelijk.
We bezochten de Mercedes garage en een van de werknemers maakte een proefritje om naar het geluid te luisteren. Het bleek niet de zuigerring te zijn wat hij steeds gedacht had. Dit was een meevaller want dit repareren zou een behoorlijke klus zijn. De medewerker besloot in overleg om Wobbel die middag een grote beurt te geven om te kijken wat er allemaal aan mankeerde. Daaruit bleek dat er toch wel een aantal onderdelen behoorlijk hadden geleden zoals de radiator, de stuurstang en er ontbrak ook nog iets aan de remmen. Door al het stof bleken we ook aan onze derde luchtfilter en vijfde dieselfilter toe te zijn (alles bij elkaar verklaarde dit wel direct waarom Wobbel de berg niet op kwam…)
Het personeel van de garage beloofde alles op alles te zetten om de reparaties de volgende dag klaar te hebben zodat we op tijd de grens over konden. Op de stuurstang die moet uit Duitsland moet komen, lukte dit en laat op de avond bereikte we de grens van Mozambique. Daar voelde we direct al de chaotische sfeer die we kennen van West en Centraal Afrika.Met ons Portugees woordenboek binnen handbereik gingen we weer een nieuw land verkennen. De wegen waren na Mapotu ook weer ouderwets slecht zodat het een paar dagen duurde voor we bij de kust waren...
In Zavora gingen we voor het eerst sinds twee jaar weer duiken. Voordat we met een bootje de oceaan in werden gebracht deden we een opfriscursus. Dit ging haar perfect af, hij had er wat moeite mee om weer aan de onder water ademhalen te wennen. Toen we dan uiteindelijk met een groep het diepe insprongen lette de duikmaster dan ook vooral op hem. Zij kreeg haar oren niet geklaard en dit doet ontzettende pijn. Daarnaast is het ook nog gevaarlijk voor de oren. Binnen de kortste keren was de rest van de groep verdwenen in het diepe water en besloot zij maar weer naar boven te gaan. De duikmaster kwam niet lang daarna achter haar aan en onder begeleiding deed ze nog een vruchteloze poging. Toch maar terug naar de boot waar ze nog wel een reuzeschildpad voorbij zag zwemmen.
Hij was ondertussen 15 meter diep onder de indruk van een 4 meter grote Manta Rog, een ongevaarlijke haai en een grote inktvis.
Vanwege aardig wat schrikreacties deed hij niet erg lang met zijn zuurstof zodat ook hij vrij snel weer aan boord was. Na deze stop reden we verder naar Tofo, wat een van de mooiste standplaatsten van Mozambique schijnt te zijn volgens de verhalen. Het is een heel klein gezellig dorpje aan zee waar veel toeristen komen. De stranden zijn mooi, toch missen we een beetje de palmbomen in het zand. We raken verwend..Omdat we niet teveel willen rijden totdat we een nieuwe stuurstang hebben, besluiten we hier een weekje te blijven. Zij hoopt dat haar lichte verhoudheid snel overgaat in de warme zon, zodat ze ook van de onderwaterwereld kan gaan genieten.
Met gezellige mensen om ons heen en oceaanwater met een aangename temperatuur is het in Tofo hoe dan ook goed uit te houden.
-
17 Maart 2010 - 09:42
Toon En Monique:
Wat heerlijk om weer iets van jullie te lezen! En wat gaaf dat de groeten van Alex zijn overgekomen! Dan is het inderdaad een kleine wereld...
Dikke knuffel van ons viertjes!
Monique -
19 Maart 2010 - 21:09
Hans & Petra.:
Vraagje:hoe ziet die vlag eruit wanneer het maisbier klaar is,dan weten wij ook waar we op moeten letten,en nog belangrijker,wat zijn de kleuren van de wijnvlag?Petra -
29 Maart 2010 - 13:12
Ria Pastoor:
Hoi Marja en Paul.
Het is al een eeuwigheid geleden dat ik iets heb gestuurd. wel volg ik jullie wel. Het reisverslag van door Zuid-afrika trok mij aan. Ik ben vorig jaar in oktober daar geweest met een rondreis. Leuk om die herkenning te lezen, vooral de grensovergang van swaziland heeft op ons indruk gemaakt. De natuur was prachtig en ook ik heb de big-five gezin in het krugerpark.Ik wens jullie nog veel reisplezier toe en ik hoop dat wobbel blijft leven voor jullie.
groetjes van je oud-collega Ria -
29 Maart 2010 - 13:12
Ria Pastoor:
Hoi Marja en Paul.
Het is al een eeuwigheid geleden dat ik iets heb gestuurd. wel volg ik jullie wel. Het reisverslag van door Zuid-afrika trok mij aan. Ik ben vorig jaar in oktober daar geweest met een rondreis. Leuk om die herkenning te lezen, vooral de grensovergang van swaziland heeft op ons indruk gemaakt. De natuur was prachtig en ook ik heb de big-five gezin in het krugerpark.Ik wens jullie nog veel reisplezier toe en ik hoop dat wobbel blijft leven voor jullie.
groetjes van je oud-collega Ria
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley